Veel dierenartsen hebben de wens om een stuk grond te hebben, waarop dieren alle ruimte hebben. Een hypotheek voor een dierenarts kan echter lastig zijn, omdat het terrein géén duidelijke woonbestemming heeft. De bank Van Lanschot kijkt echter naar de mogelijkheden tot maatwerk. We spraken Michael Eveleens, die namens Van Lanschot sinds 2019 de portefeuille Dierenartsen onder zijn hoede heeft.
Allereerst: kunnen dierenartsen een hypotheek aanvragen?
‘Voor een hypotheek kan iedere ondernemende dierenarts bij Van Lanschot terecht. Ze vragen echter doorgaans niet als eerste een hypotheek bij ons aan. Meestal kopen ze een huis als ze in loondienst zijn en blijven ze daar ook een groot deel van hun leven in wonen. Pas op het moment dat ze voor zichzelf gaan ondernemen, komen wij in beeld.’
Wanneer starten dierenartsen doorgaans met ondernemen?
‘Dierenartsen die hun eigen bedrijf willen beginnen en zich ergens willen vestigen, doen dat meestal tussen hun dertigste en veertigste jaar. Ze hebben dan al in een kliniek gewerkt voor de werkervaring en willen tegen die tijd zelf het heft in handen nemen. Op dat moment moeten ze contact met mij opnemen.
De laatste tijd zien wij echter een tendens dat minder dierenartsen een eigen bedrijf willen beginnen. Ook de ketens reageren op dit patroon. Ik vind het jammer, want ook in de huidige economie is er ruimte meer voor ondernemerschap. Misschien zelfs meer dan vroeger, denk ik.’
Hebben dierenartsen ook specifieke woonwensen?
‘Een dierenarts is vaak iemand die graag buiten is. Het platteland past daar, in de meeste gevallen, goed bij. Het komt zelden voor dat een dierenarts in hartje centrum Amsterdam iets wil kopen.
Dierenartsen hebben bovendien zelf ook een (huis)dier. Meestal blijft dat niet bij binnendieren zoals honden en katten, maar hebben ze dieren voor buiten. Paarden en koeien, bijvoorbeeld. Over het algemeen willen ze daarom een woning met veel land eromheen.
Het voordeel daarvan is dat dit soort woningen, in vergelijking met de Randstad, een stuk goedkoper zijn.’
Levert dat problemen op?
‘Bij zo’n boerderij of landgoed zien we regelmatig dat er geen zuivere woonbestemming is, maar een gemengde bestemming – vanwege het agrarische karakter. In een aantal gevallen moeten de bewoners dan ook echt die agrarische activiteiten ontwikkelen om te voldoen aan het bestemmingsplan. Afhankelijk van de voorwaarden kan dat best complex worden. Plus – het risico ten aanzien van de verkoopbaarheid is groter dan bij een zuivere woonbestemming. Dat maakt de financierbaarheid van een dergelijke woning extra complex.’
Het vereist dus maatwerk…
‘Klopt – en dat leveren wij graag. Omdat we het al eerder hebben gedaan, besteden we extra aandacht aan elk bestemmingsplan. Wij helpen de dierenarts bij het verkrijgen van een hypotheek. We zoeken altijd naar een oplossing en kijken hoe het wél kan.’
Hoe ziet zo’n hypotheekaanvraag er bij jullie in de praktijk uit?
‘We zijn een van de weinige kredietverstrekkers die bereid zijn bedrijfsfinancieringen op lange termijn te verstrekken. Een goodwill-financiering verstrekken we bijvoorbeeld met een looptijd van maximaal tien jaar, waar veel andere partijen tot maximaal vijf tot zeven gaan. Onze aanpak helpt een dierenarts als het gaat om zijn privéwoonwensen. Er ontstaat meer financiële ruimte.
We doen dit omdat wij als financier veel vertrouwen hebben in het bestaansrecht van dierenartsenpraktijken. Dierenartsen zijn onmisbaar in onze samenleving, zowel voor onze geliefde hond en kat als deel van het gezin als voor de gezondheid van onze veestapel.’
Wat zijn de voordelen van Van Lanschot ten opzichte van grootbanken?
‘Wij kunnen wél die one-stop-shop voor dierenartsen zijn. In principe kunnen we de dierenarts alles bieden op financieel gebied. Van het financieren van een woonhuis tot de verplichte pensioenopbouw en het pensioeninkomen.
Vaak zien we dat dierenartsen gecombineerde vraagstukken hebben. Dan wordt het echt interessant. Bij andere banken moet je voor zakelijke financieringsvraagstukken bij de ene afdeling zijn en voor privé- of vermogensbeheer bij een andere afdeling. Als die dan niet goed met elkaar communiceren, wordt het een heel warrig verhaal en heeft niemand daadwerkelijk het overzicht en de regie. Wij kunnen privé naar zakelijk vertalen en andersom. Dat werkt heel prettig. Een dierenarts heeft hier maar één aanspreekpunt – dat ben ik. De lijnen zijn kort.’